Wat moet ik doen?

Als je vermoedt dat een testresultaat niet klopt of als je de nauwkeurigheid van je meter wilt controleren, heb je de volgende mogelijkheden:

  • Herhaal de meting met een nieuwe teststrip.
  • Controleer je meter met behulp van de controle-oplossing (glucose-oplossing) die speciaal met je meter werd meegeleverd.
  • Voer bij je arts of verpleegkundige een vergelijkingsmeting uit door je testresultaat te vergelijken met de laboratoriumwaarde. Zorg ervoor dat het bloed dat wordt gebruikt voor deze vergelijkingsmeting, afkomstig is van dezelfde prikplek. Het liefst moet het bloed dat wordt gebruikt voor de meting met jouw systeem en de parallelle meting in het laboratorium, afkomstig zijn van hetzelfde bloedmonster.

Vergelijk niet verschillende meters voor zelfcontrole van bloedglucosewaarden met elkaar. Dit geeft geen uitsluitsel over de nauwkeurigheid van een afzonderlijke meter, aangezien de systemen qua technologie van elkaar kunnen verschillen.

De volgende factoren kunnen leiden tot verkeerde testresultaten en moeten dan ook worden vermeden:

Verkeerde bediening

  • Een veel voorkomende bron van fouten is dat er niet voldoende bloed op de teststrip wordt aangebracht. Volg dus nauwkeurig de instructies voor je meter bij het aanbrengen van het bloed op de teststrip.
  • Als er te weinig bloed uit de prikplek komt, knijp dit dan niet eruit. Want dan komt er ook weefselvocht uit, dat het bloed verdunt en het testresultaat vervalst. Het is beter om even te wachten na het doorprikken van de huid en, indien nodig, de vinger voorzichtig naar de prikplek toe te masseren. Verwissel de lancet regelmatig.
    Natuurlijk zijn meters waarvoor maar een kleine hoeveelheid bloed nodig is praktischer.
  • De teststrips mogen niet vochtig worden. Haal deze pas direct vóór gebruik uit de verpakking (flacon of folie). Sluit de flacon meteen en bewaar de teststrips nooit in de badkamer.
  • Als voor je meter een code nodig is, zorg er dan voor dat het codenummer op de verpakking of flacon overeenkomt met het nummer dat op de meter te zien is.

Overige factoren

  • Bij enkele meters kunnen de testresultaten worden beïnvloed als je medicijnen gebruikt (b.v. Marcomar®, Aspirine®, vitamine C). Raadpleeg je arts of verpleegkundige over eventuele onduidelijke bloedglucosewaarden of eventuele medicijnen die je gebruikt, of vraag rechtstreeks informatie bij de fabrikant van je meter.
  • Als de omgevingstemperatuur te hoog of te laag is voor je meter, kun je niet vertrouwen op de resultaten. Blijf dus binnen het temperatuurbereik dat staat vermeld in de gebruiksaanwijzing van je meter.
  • Hetzelfde geldt voor de zuurstofafhankelijkheid van je meter. Let op de maximaal toegestane hoogte boven de zeespiegel die staat vermeld in de gebruiksaanwijzing. Resultaten die zijn verkregen boven deze hoogte, zijn niet betrouwbaar. Dit kan ook een probleem zijn bij vliegreizen.

Vrijwaring: De hier genoemde handelsmerken van derden zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaars.