mylife Stories

Wat mag ik eten?

Een uitgebalanceerd dieet is een cruciaal onderdeel van het leiden van een gezonde levensstijl. Het is belangrijk voor iedereen. Het kan helpen een gezond gewicht te behouden en risico op chronische ziekten te verminderen.

Voeding voor diabetes type 1
Een gezond voedingspatroon is erg belangrijk voor mensen met diabetes.

Als u diabetes type 1 heeft is het belangrijk om een gezonde maaltijd te bereiden, omdat het u kan helpen uw bloedsuikerspiegel te beheersen en binnen uw streefbereik te blijven. Door voeding in evenwicht te brengen met lichamelijke activiteit en eventuele medicatie die u gebruikt, kunt u uw bloedglucosewaarden verbeteren.

Wat kan ik eten met diabetes type 1?

Het antwoord op deze vraag is simpel, namelijk alles! Dit zal je misschien verbazen maar mensen met diabetes type 1 mogen alle voedingsmiddelen eten. In het verleden kregen mensen een zeer strikt dieet plan. Recente verbeteringen in de diabetesbehandeling hebben mogelijk gemaakt om veel gevarieerder te eten.

Een gezond dieet is voor iedereen aan te bevelen. Eet een verscheidenheid aan voedzaam voedsel uit alle groepen, waaronder veel fruit en groente. Het soort voedsel dat u eet, hoeveel u eet en het tijdstip waarop u eet kunnen allemaal uw bloedglucose beïnvloeden. Dit betekent niet dat je eten dat je erg lekker vind moet laten staan!

Een belangrijk onderdeel van elk dieet is consistentie. Wat u kunt doen uw diabetestherapie te verbeteren:

  • Probeer vetinname te beperken vooral met dierlijke verzadigde vetten. Kies voor mager vlees en magere zuivelproducten. Ook gefrituurd eten, koekjes en gebak kunt u beter vermijden.
  • Sla geen maaltijden over en probeer consequent op hetzelfde tijdstip te eten.
  • Wees voorbereid op schommelingen van uw bloedglucose door tussendoortjes te eten, bijvoorbeeld een handvol noten, hardgekookte eieren of een appel.
  • Probeer de hoeveelheid energie die je eet te matchen met de hoeveelheid die je verbrandt door lichaamsbeweging. Zo houdt u uw gewicht binnen de gezonde waarden.
  • Eet veel vezels, zoals volkoren brood, granen, linzen, bonen en andere groente en fruit.
  • Vermijd als je dorst heb om sap en ander suikerhoudende dranken te drinken. Deze kunnen leiden tot plotselinge pieken in de bloedglucosespiegel.

Wat is koolhydraten tellen en is het nodig?

Koolhydraten zijn de belangrijkste energiebron voor uw lichaam en kunnen afkomstig zijn uit bijvoorbeeld fruit, groenten, granen, zuivelproducten en suikers. De hoeveelheid koolhydraten in een maaltijd heeft de grootste invloed op de bloedsuikerspiegel. Tijdens de spijsvertering worden de koolhydraten afgebroken tot glucose. De glucose wordt hierna opgenomen in uw bloedbaan.

Het tellen van koolhydraten kan u helpen de inname en de bloedglucose te managen. Het gaat om het bijhouden van de hoeveelheid koolhydraten die je op een dag eet. Dit kost tijd en oefening. Uw behandelaar kan u doorverwijzen naar iemand die u advies kan geven over het tellen van koolhydraten. Ook kan een gezond plan van maaltijden worden opgesteld om u te helpen uw type 1 diabetes te beheersen.

Wat betekent GI en waarom is het belangrijk?

GI staat voor Glycemische Index, deze geeft aan hoe snel koolhydraten worden opgenomen in het bloed. Voedingsmiddelen kunnen verschillende effecten hebben op uw bloedglucose. Voeding met een lage GI wordt minder snel opgenomen en geeft minder hoge bloedsuikerpieken en minder schommelende bloedsuikers. Hierdoor is de kans op hypo’s, hypers en complicaties van diabetes kleiner.

GI meet de snelheid waarmee de koolhydraten van voedingsmiddelen in de bloedbaan terecht komt. De score ligt tussen de 0 en 100. Koolhydraten met een lage GI score worden langzamer verteerd en opgenomen, waardoor de bloedglucose langzamer stijgt en er in het algemeen minder insuline nodig is. Een GI kleiner dan 55 is laag, van 55 tot 70 is gemiddeld, en groter dan 70 is hoog.

Als u diabetes heeft, weet u waarschijnlijk dat het beste is om pieken in uw bloedsuikerspiegel te voorkomen. Voeding met een lage of gemiddelde GI wordt vaak aanbevolen aan mensen met diabetes, omdat de bloedsuikerspiegel daarmee stabieler blijft. Voorbeelden van voedingsmiddelen met een lagere GI zijn volkorenbrood, ontbijtgranen, havermout, quinoa, yoghurt en zoete aardappel.

Voedingsmiddelen met een hogere GI zijn wit brood, snelle haver, rijst, couscous, havermelk en aardappel. Omdat ze een hogere GI hebben betekend dit niet dat je ze volledig uit je dieet moet verwijderen. Je zou kleine porties van deze voeding kunnen nemen.

Er zijn factoren die de GI index kunnen beïnvloeden. De samenstelling van de maaltijd bijvoorbeeld. Een combinatie van vetten, eiwitten en vezels zorgen ervoor dat voedsel langer in de maag blijft. Ook koken, bakken of frituren hebben een ander effect op de GI. De duur van de bereiding, maar ook of het product gesneden of gemalen is speelt een rol. Bovendien maakt het ook nog uit of een product koud of warm is. Zo heeft koude voeding een lagere GI dan hetzelfde product wat warm is. De GI is dus erg persoonlijk en is vooral bedoeld als hulpmiddel.

Welke rol speelt insuline?

Insuline komt vrij uit de alvleesklier om het lichaam te helpen de glucose uit de koolhydraten op te slaan en te gebruiken. Bij type 1 produceert de alvleesklier niet genoeg of geen insuline, wat betekent dat de cellen in het lichaam geen toegang tot de glucose hebben. Dit leidt tot een ophoping van glucose in het bloed.

Basale insuline regelt de bloedsuikerspiegel tussen de maaltijden en wordt 24 uur per dag vrijgegeven, ongeacht wat u eet. Een bolus wordt vrijgegeven door de alvleesklier als directe reactie op een maaltijd.

Een arts kan met u samenwerken om u te helpen met uw diabetestherapie door deze aan te passen aan uw dieet en leefstijl.

Afhaalmaaltijden

Leven met diabetes type 1 houdt in dat je bewust moet zijn van wat je eet en de impact van voeding op je lichaam. Er is geen één perfect diabetesdieet. Elk lichaam is verschillend. Een diëtist of uw behandelaar kan u helpen bij het maken van een geschikt voedingspatroon.

Ga terug