Een goed ingestelde diabetes betekent dat de bloedsuikerwaarden in de buurt van de norm liggen, dat wil zeggen tussen de 80 mg/dL en 120 mg/dL en daar kunnen worden gehandhaafd. Waarom meten?
Voor het eten is net zo goed ook weer na het eten: wanneer moet altjid uw bloedsuikerwaarde bepalen en hoe vaak is die zelfcontrole gemiddeld nodig. Meetfrequentie
Alleen wie zjin actuele bloedsuikerwaarde kent, kan de juiste dosering insuline bepalen. De belangrijkste tips voor het goed meten van de bloedsuiker. Lees meer...
Komt de gemeten bloedsuikerwaarde niet overeen met de ‘gevoelde’ waarde? Waaraan ligt dat? Aan de teststrook, het meetapparaat of is er een fout opgetreden bij het meten? Afwijkende waarden
Wie overschakelt van een bloedsuikermeetsysteem dat is gekalibreerd op volbloed naar een systeem dat is gekalibreerd op plasma of omgekeerd, moet mogelijk rekening houden met nieuwe doelwaarden. Volbloed vs. plasma